Na de 2-2 thuis tegen S.V. Doredenkers , wachtte ons nu de Har-Mon-ie uit Harmelen als de te kloppen tegenstander. Het werd een avond waarop deze keer het dubbeltje (of het kwartje) onze kant op viel.

Evert speelde op bord 1(met wit) de Engelse opening die tot aan zet 11/12 gelijk op ging. Door een te passieve zet met de dame naar a4 kwam deze bepaald ongunstig te staan. Zwart wist hier evenwel geen gebruik van te maken, zodat de partij weer in evenwicht kwam. Hoewel Evert meende toch wel kansen op meer dan remise te hebben, vond hij de gok te groot om het onderste uit de kan te willen halen en was remise het toch  wel terechte resultaat.

Deze partij leek een korte, maar was het niet echt. Mijn partij op bord 4 daarentegen was het wel. Ik had zwart en had me voorgenomen de Black Lion te spelen. Dat pakte niet slecht uit en de stelling was steeds om en nabij remise. Toen ik iets meer dan licht beter stond, meende ik in het centrum een pionnetje te kunnen winnen. En ik schrok dan ook geducht toen mijn tegenstander met zijn paard mijn loper op  f6 sloeg met schaak. Gedwongen moest ik het paard met de g-pion slaan, waardoor mijn pion op h6 verloren ging. En mijn geringe voordeel was als sneeuw voor de zon verdwenen. De analyse gaf dan ook terecht aan white is winning. Tot mijn stomme verbazing sloeg wit in plaats van Dxh6 mijn op d4 terechtgekomen centrumpion. En zoals Richard in de vorige eeuw niet wist hoe snel hij zijn hand moest uitsteken om een remise te kunnen bekrachtigen, zo snel zette ik mijn koning naar h7 om in ieder geval de mij toegestoken strohalm vast te grijpen. Maar verloren stond ik uiteindelijk nog steeds. Maar als dat niet wordt  gezien en toen ik met de zet met stijgende verbazing bemerkte dat mijn tegenstander toestond dat drie keer dezelfde stelling op het bord kwam met als logisch gevolg: remise, toen stak ik  bijna beschroomd mijn hand langzaam uit om de remise als een vervroegd Sinterklaascadeautje in ontvangst te nemen. Vandaar mijn opmerking: ik heb remise gewonnen, waar ik eigenlijk had moeten verliezen.

Johan speelde op bord 2 met zwart de bekende Birdopening (f4)en dan daarvan de Hollandse variant! (Hollands in de voorhand!). Het antwoord van Johan (d5) was volgens onze wereldkampioen Max Euwe het beste antwoord. En zo met deze Max aan zijn zij ging Johan voortvarend voorwaarts.

Zo zelfs dat bij de zetten 11 tot 16 stond Black is winning. Maar toen kwam de ommekeer. In plaats van loper a6 speelde Johan dame a8. Een heel niet zo’n onlogische zet. Ik vermoed dat Evert, Richard of ik hem (of haar) ook zo zouden hebben kunnen spelen. Dus fout? Helaas wel, want de stand was en bleef hierna gelijk. Met remise tot gevolg. Jammer. Johan, je verdiende beter!

En dan onze smaakmaker, Richard. We hebben dit vaker gezien. Tegenstanders raken blijkbaar door Richards magische krachten  het spoor soms zodanig bijster dat ze het echt niet meer zien en hulpeloos en reddeloos de partij laten ontglippen. Want, de tegenstander heeft nog ruim een half uur en Richard zo’n twee minuten. En wie raakt er dan van het padje? Niet Richard in tijdnood, maar de tegenstander met een zee van tijd. Onbegrijpelijk.

Wat speelde Richard? Aanvankelijk de Engelse opening, die langzaam getransformeerd werd naar: English Opening :King’s  English Variation, Reversed Closed Sicilian. Ja, dan begrijp ik dat Richards tegenstander, ondanks dat hij in het middenspel gewonnen staat er toch geen chocola van kan maken. En als je dan in het eindspel met vele minuten meer een mat in 2 niet ziet, ja dan moeten er bijzondere krachten in het spel zijn. Als de partijen “normaal” waren verlopen, dan hadden we waarschijnlijk met 2 ½ – 1 ½  verloren, maar op deze bijzondere avond was alles anders en wonnen we (eerlijk gezegd, enigszins gelukkig) met 2 ½ – 1 ½ . We konden “thuis” zelfs nog een poosje knobbelen!!!