Afgelopen donderdag 16 nov. was ons eerste competitietreffen met het derde 4-tal. De tegenstander was een oude bekende: Ons Genoegen uit Amersfoort. Een kleine vereniging dat in een bovenzaaltje speelt van de Martuskerk. Nadat de klokken opnieuw waren ingesteld, ging ons team (Richard bord 1, Johan bord2, Evert bord 3 en ikzelf op bord 4) voortvarend van start. Na een klein half uurtje spelen stonden we op alle borden gelijk dan wel iets beter. Maar… in het verdere verloop van de avond werden evenwel wat meer donkere wolken aan de schaakhemel zichtbaar. Richards aanvankelijke positionele voordeel werd langzaam minder. Het werd meer en meer duidelijk dat zijn tegenstander bepaald beter schaakte dan hoorde. Hoewel Johans koning optisch wel heel erg naakt stond te wezen had hij naar eigen zeggen eigenlijk geen kind aan zijn tegenstander en was hij de eerste (en na later bleek ook de laatste) die het volle punt binnenhaalde. Terwijl Richard langzaam maar zeker terug werd gedrongen, was het op mijn eigen bord aardig in evenwicht. Al had ik steeds het gevoel dat er meer in zat. Maar ja, als je het niet ziet. Het was zo halverwege de avond dat mijn tegenstander remise aanbood. En wat is dan wijsheid. Ik moest rekening houden met helaas een 0 voor Richard. (Al weet je het met hem maar nooit) Evert daarentegen had een (tenminste zo leek het) beslissende aanval ingezet. Dus…. De remise aanvaarden en na een punt bij Evert met de overwinning huiswaarts gaan? Misschien heb ik toen teveel tijd verloren en uiteindelijk besloot ik voor de winst te gaan. En nadat Richard tenslotte de partij moest opgeven en de stand 1 – 1 was geworden, begon ik meer en meer te klungelen en zag ik mijn punt steeds meer in de mist verdwijnen. Maar, zonder geluk vaart niemand wel. Ik raakte in tijdnood. Mijn tegenstander had nog een zee van tijd, maar meende waarschijnlijk door snel te zetten mij in een nog grotere tijdnood te brengen. Hij zag daardoor twee/drie keer een mat in twee over het hoofd en dacht op een verkeerde manier te kunnen promoveren.  Na enige onnodige zetherhalingen, constateerde hij met een enigszins vragende blik in zijn ogen: remise?!?! (Ik moet nu opeens weer aan Richard denken) waarop ik niet aarzelde en mijn hand uitstak. Gelijk accepteren dacht ik nog. Dit cadeautje gelijk uitpakken!! Evert was ondertussen met zijn tegenstander in een zodanig ernstige tijdnoodfase beland, dat beiden de winnende zet niet konden vinden. Ook remise dus.
Hans Lijster

Ons Genoegen 1 – Barneveld 3  2 – 2