Op 12 feb. j.l. ging ons ongeslagen viertal op bezoek in Hoogland. Voor ons de club van de deur. Is het niet een deur met een irritante piep, dan wel een slecht sluitende, die enkel met een stevige zet in het slot kon worden gesmakt.

Kees Hendriksen speelde met zwart op bord 4 de Hongaarse verdediging en Giuoco Pianissimo. Passend bij de naam werd de stelling rustig opgebouwd. Hierbij begon wit met een voorzichtige aanval op de damevleugel en verkreeg een licht positioneel voordeel. Kees zal even later vast verbaasd gekeken hebben toen wit plotsklaps uit zijn slof schoot door zijn loper op f7 te offeren. Wat zit hier achter? De computer schrok ook wakker en reageerde na Lxf7 met: Zwart is duidelijk beter. Wit was even de weg kwijt en speelde zonder aanwijsbare redenen Kh2. Dit vergrootte alleen maar zwarts voordeel. Kees speelde duidelijk met een plan en manoeuvreerde zijn stukken richting wits koning. Dit deed wit besluiten zijn witte paard op a3 naar c2 te spelen. De computer concludeert: zwart gaat winnen. Goed schaken houdt in dat de stukken optimaal samenwerken. En dat deden de zwarte stukken. De beide zwarte paarden galoppeerden, ondersteund door een loper, een dame en een toren, richting een koning in nood. Met g2 – g4 poogt wit de zwarte dreiging nog enigszins het hoofd te bieden. Kees reageert hierop onverschrokken door een paard op h3 te offeren. Het gevolg was desastreus voor wit. De zetten 23 t/m 29 waren echt om in te lijsten. Het zou mooi geweest zijn als Kees deze aanval had mogen bekronen met een mat. Maar voor dit kon gebeuren gaf wit op. Het eerste punt was binnen.

Johan speelde op bord 2 eveneens met zwart en bleek ook een voorkeur te hebben voor een ongebruikelijke opening. Volgens de computer een combinatie van de Ponziani Opening en het Schotse gambiet. Na e4, e5 en d4,exd4 werd het gevolgd door e5, zodat Johan zijn paard op f6 in veiligheid moest brengen. g8?! Als na wat ontwikkelingszetten door beiden Johan zijn loper inruilt voor een paard, wit het loperpaar heeft en zwarts stukken steeds minder bewegingsruimte heeft, komt de witte golf nader en nader. Als Johan op zet 15 meent zijn loper op e8 te moeten posteren, is de computer helder: wit gaat winnen. Na matdreiging op h7 moest Johan de bescherming van de koning wat verminderen met de pionzet f5. Door een afruil op e5 kon wit zijn vrijpion op d5 doorschuiven. Na Johans wanhoopspoging g5(?) komt zijn koning wel heel onbeschermd te staan. Het gevolg is dat wit het centrum volledig beheerst en de zwarte stukken daarom heen net niet op de goede plaatsen staan. Wits stukken maken optimaal gebruik van de ruimte achter zwarts pionnen f5 en g5. Vlak voor de matzet hield Johan de eer aan zichzelf en streek de vlag. Gevolg: de stand was nu in evenwicht 1 – 1

Richard speelde op bord 3 met wit en kwam net als Johan in een bijzondere opening terecht. Nml. de Slavische verdediging met zijvarianten.  3. Pf3, Pf6 4. e3, Lg4 Braaf de theorie volgend stond Richard na zet 12 duidelijk beter. Het werd een open strijd met dreigingen over en weer. In het middenspel kon Richard zich permitteren , doordat hij het loperpaar had en een vrij pluspion op d4, zwart met een toren op c8 een open lijn te gunnen. Op een gegeven moment verliest Richard zijn a3 pion. Richards b pion verdedigde zowel pion a3 als loper c3. Met zwarts toren op de c-lijn mocht wit de loper op a3 niet slaan. Nadat zwart op zet 33  zijn paard kon ruilen voor Richards loper was de stelling zodanig in evenwicht dat even later tot remise werd besloten. 1 ½ – 1 ½

Ik speelde in Hoogland voor het eerst op bord 1. (wit) Omdat ik op een lager bord vaak niet beter presteerde dan op een hoger bord, nam ik een keer die gok. Er kwam een bekende opening op het bord. De Scandinavische verdediging. Op zet 10 verzuimde ik het loperpaar te kunnen verkrijgen. Helaas gebeurde dat een paar zetten later omgekeerd. Ik kwam wat minder te staan daardoor. Het werd nog riskanter toen mijn g2 pion werd geslagen. De  vraag was wel hoe giftig deze pion was. Een gok dus. Na een tussenschaakje kon ik alsnog rokkeren. Zwart concentreerde zich vervolgens op mijn zwakke koningsvleugel. Waarschijnlijk dat hij daardoor, bij de speldeprikjes die ik gaf, niet de beste voortzetting koos en bij Kd7 niet voorzag dat ik b7 kon slaan met schaak. Zwart vervolgde zijn aanval op de koningsvleugel, Th f8. Toen ik mijn dame op e3 had geposteerd en zwart tot de ontdekking kwam dat zijn dame dan wel niet direct gevaar liep, maar ook geen kant op kon, besloot hij tot ruil. De stelling was redelijk in evenwicht, zodat het op winst spelen voor zowel wit als zwart heel onzeker was. Remise dus. Hiermee was de einduitslag 2 – 2  en bleven we koploper.

Hans